Wat een kleur en bouw!
Een koude rilling gaat er over mij heen. Ik stop even en sla de capuchon van mijn jack over m’n hoofd. Ondertussen speur ik over het water. Voorntjes spetteren aan het wateroppervlak en jagen op vliegjes en al wat niet. Als ik verder loop zie ik een karper kop en schouderend uit het water komen. Een kinderlijk enthousiasme neemt even bezit van mij. Vis zien is toch altijd iets moois en een bevestiging dat ik hier moet zijn.
Afgelopen voorjaar was ik er voor het laatst. Die dag viste ik met Dennis Groot. Het was hard werken voor een aanbeet. Die aanbeten leverden echter alleen maar zeelt op. Hoe we ook bleven volharden, onze vriend karper liet verstek gaan. Omdat de blank ons niet lekker zat en we naar ons gevoel wel veel aanknopingspunten hadden gevonden moesten we natuurlijk een keer teruggaan.
Een heerlijke frisse morgen breekt aan.
Omdat Dennis er nog niet is ga ik vast wat voeren. Interessant ogende stekjes krijgen een paar gebroken boilies en wat kruim. Ondertussen blijf ik speuren naar visactiviteit.
Wellingen ontstaan aan het wateroppervlak. De vis is overduidelijk aan het azen.
Als ik weer richting auto loop zegt mijn gevoel bij een eerder aangevoerde rietkraag te stoppen. Ik weet niet waarom, soms heb ik dat. Een rietstengel wipt heen en weer. Even lijkt de wind hier spel in te hebben, maar dan worden er meerdere stengels opzij geduwd. Karper, zeker weten!
Wellingen ontstaan aan het wateroppervlak. De vis is overduidelijk aan het azen. Dan zie ik een grote gelige staart verschijnen. De vis staat op zijn kop en is bijna even lang als het water diep is. Ik twijfel, nu al vissen of wachten op Dennis? Maar bij het nogmaals zien van de vis hou ik het niet meer. Met grote passen loop ik naar de auto, gris snel mijn penhengel, mat, voer en net uit de auto. Rap hobbel ik terug. Eenmaal terug bij de rietkraag kijk ik waar de vis uithangt. Een aantal meter verderop worden er een paar stengels opzij geduwd. Hij is er nog! Een halve 15 mm boilie gaat op de haak. Voorzichtig laat ik mijn aas tussen de stengels zakken.
Dan volgt een tik. Dan weer één. Voorn? Dan zakt het pennetje resoluut tussen de stengels
De vis zwemt van mij vandaan maar mijn aas verder de rietkraag in leggen is niet verantwoord. Ik zal moeten wachten en hopen dat hij weer terug zwemt. Voorntjes terroriseren ondertussen mijn haakaas. Een erg zenuwachtig gedoe, helemaal als je weet dat er karper in de buurt zit. Na een paar minuten begint er iets mijn richting op te banen. Luchtbelletjes ontstaan aan het wateroppervlak. Uiterst geniepig glijdt er iets tussen de rietstengels door. Dan wipt er vlakbij mijn pennetje een stengel heen en weer. Het pennetje zwalkt even. Dan volgt een tik. Dan weer één. Voorn?
Dan zakt het pennetje resoluut tussen de stengels. Ik hef de hengel, voel contact en zet zoveel druk als ik durf en kan. Een groot vissenlichaam komt omhoog. Als hij bijna aan het oppervlak ligt geeft hij met zijn staart een klap op het water. De vis zet aan en duikt het riet in. Even zit mijn lijn vast en vrees ik dat het zaakje het niet houdt. De molenslip moet losser. Gelukkig springt de lijn uit het riet als de vis het het veilige weid op zwemt. Rustig koerst hij heen en weer en begint bellen te blazen. De penhengel staat in maximale curve. Na een minuut of vijf begint mijn rechterarm aardig te verzuren en moet ik even met links over pakken. De vis doet niet heel veel maar ik krijg hem ook niet echt dichterbij. Na een poosje worden zijn rondjes gelukkig kleiner. En dan geeft hij ineens op. Snel schuif ik het gereedliggende net onder de vis. Ik hef het net en hij zit er in. Yes, yes, yes! Wat een bouw en kleur!
Logisch dat dit niet echt vocht…
Toch voel ik mij een beetje schuldig naar Dennis. Als hij eenmaal bij het water is en ik vertel wat ik gevangen heb is hij natuurlijk blij voor me. Een echte visser begrijpt dat je die kans niet kan laten liggen. Het snelle succes smaakt natuurlijk naar meer. Ik laat Dennis de aangevoerde stekjes zien en laat hem kiezen, wel zo eerlijk nu. We starten met onze eerste rondje in een andere hoek van het water. Ik start naast een lelieveldje. Dennis verderop strak onder de kant naast een struik die over het water hangt.
Na een paar minuten zakt mijn pennetje de diepte in. Ik sla aan en trek de vis van de lelies af. Een paar stampen op de hengel verraden een zeelt. Dan twijfel ik of het toch geen karper is of een hele grote brasem. Eenmaal aan de kant volgt het uitsluitsel, toch karper! Maar een raar misbaksel is het wel! Een kleine spiegel met een knik in de rug en een rare bolle buik. Ik snap meteen de rare dril, dit visje kan niet eens normaal zwemmen!
Snel gaat deze terug. We vervolgen onze weg. Stek na stek wordt er afgevist en op een aantal zeer grote brasems na zien we weinig. Dennis heeft nog geen karper kunnen vinden. Toch houdt hij moed en zet door. Een rietkraag waar we nog niet gevist hebben wordt aangevoerd en nog geen half uur later ziet hij modderwolken en rietstengels heen en weer wippen. Dit is een kans! Omdat ik verder geen teken van leven zie leg ik mijn spullen neer en kijk over Dennis zijn schouder mee. Ook erg leuk en soms net zo spannend. Voorzichtig laat hij zijn aas naast het riet zakken. Het spelletje van wachten en hopen begint. De vis baant zich een weg door het riet en is overduidelijk op zoek. Keer op keer zwemt hij echter vlak langs zijn aas maar pakt het niet!
Een prachtige vis voor Dennis.
Omdat de vis steeds hetzelfde rondje door het riet zwemt verlegt Dennis zijn aas. Nu ligt het op het pad van de vis. De volgende ronde moet hij het tegenkomen. Na een aantal minuten keert de vis terug. Zeer bedeesd glijdt hij door het riet en raakt af en toe een stengel. Toch best knap dat zulke vissen zo stil door het riet kunnen zwemmen. Hij moet nu heel dichtbij zijn. Er gebeurt niets. Geen rimpel op het water! De vis lijkt wel verdwenen.
Maar dan steekt de pen op en zakt schuin weg. Dennis heft de hengel en geeft meteen full-power. De vis is compleet verrast, wordt over de kop getrokken en komt mee. Dan schiet hij het weid op, beseft daar zijn fout en gaat weer vol gas richting riet. Vlak voor het riet krijgt Dennis hem weer gekanteld. Ik sta ondertussen klaar met het net. De eerste scheppoging mislukt, maar bij de tweede is hij het haasje. Ik kijk in het net en zie een ronde spiegel die absoluut nog niet uitgedrild is. Woest slaat hij nog een paar keer met zijn staart. Dan volgt de ontlading. Een “Yes!” en de glimlach op Dennis zijn gezicht zeggen genoeg. Een superspannende dril en een pen PB is de beloning voor het doorzetten.
Samen genieten we van het fotoritueel en gaan dan een broodje eten want het al middag. Vanmiddag gaan we dus op deze manier door. Mogen we nog wat bij vangen dan is dat bonus, onze dag is al goed. Met beide een zeer spannende dril en een mooie vis is het zeer van de vorige blank weggewassen.